Japanisering
Op bevel van de Japanse militaire autoriteiten worden direct alle banken gesloten en worden er geen lonen, salarissen, soldij en pensioen meer uitbetaald. Banktegoeden worden bevroren. Veel gezinnen komen daardoor acuut in financiële problemen. De Japanners starten vrijwel meteen met de ‘Japanisering’ van de samenleving. Een aantal praktische zaken wordt ingevoerd zoals de invoering van de Tokio-tijd op Java, die anderhalf uur voorlag op de ‘normale’ tijd, en de invoering van de Japanse jaartelling. Het jaar 1942 wordt het jaar 2602. Daarnaast betekent de Japanisering de uitbanning van westerse elementen uit de samenleving. Zo verdwijnen de Nederlandse dagbladen en tijdschriften, wordt de Nederlandse taal verboden en komt er een verbod op Europees onderwijs. Het meest vergaand is de verwijdering van de westerlingen uit de samenleving als uitvloeisel van de ont-Europeanisering van Groot-Azië. Om te zien wie er geïnterneerd moet worden, worden alle Europese inwoners boven de zeventien jaar geregistreerd.
In januari 1942 leven er rond de 300.000 Europeanen in Nederlands-Indië op een totale bevolking van ongeveer 70 miljoen. Rond de 260.000 daarvan heeft de Nederlandse nationaliteit. Driekwart van dat deel is geboren in Nederlands-Indië en een kwart in Nederland. De meeste Europeanen (circa 280.000) wonen op Java. Voor de nieuwe machthebbers zijn dit er te veel om te interneren. De Europeanen worden op basis van afstamming onderverdeeld in twee groepen: de totoks, waarmee de volbloed Nederlander wordt bedoeld, al dan niet geboren in Nederlands-Indië en de Indo-Belanda (Indo-Europeanen of Indo’s). Voor het registratiebewijs, de pendaftaran, heeft men een Asal Oesoel nodig, een afstammingsbewijs. Wanneer er in de afstamming een Aziatische voorouder aanwezig is, is men in eerste instantie gevrijwaard van internering.
De internering verloopt in fasen en is per stad en regio verschillend. Na de internering van militairen en ambtenaren aan het begin van de bezetting, volgen tot oktober 1942 de totok mannen van zeventien tot jaar en daarna de totok vrouwen, kinderen en de mannen boven de zestig. In 1943 en 1944 vinden er opnieuw registraties plaats en worden de Indo-Europeanen onderverdeeld in steeds verfijndere categorieën van afstamming. Duizenden Indo-Europeanen verdwijnen dan alsnog in het kamp.
© 2021 Regionale Herdenking Nederlands-Indië Gooi- & Vechtstreek
Noorderbegraafplaats Laan 1940–1945 nr. 2 te Hilversum